De natuur leeft! Leve de samenwerking!

Het is al weer 23 jaar dat ik mijn bedrijf begon. Toen ik veelal werkte in de stad als maatschappelijk werkster was natuur nog geen onderdeel van mijn leven. Wat is dat veranderd zeg! Door in 1994 weer op het platteland te gaan wonen voelde ik de passie voor tuinieren opkomen. Op de Tuinbouwschool in Frederiksoord heb ik ontzettend veel geleerd – een geweldige basis – maar het meeste heb ik toch geleerd door in de praktijk te werken aan de ontwikkeling van mijn tuin. Van een siergrassentuin naar een prairietuin. Door te werken in de tuin, was ik lekker fysiek bezig én gaf het me energie door de vele planten op te zien groeien en genoot ik van de vele nieuwe combinaties van siergrassen en planten die ik al meer durfde te creëren.

Hele vakanties werden besteed aan rondreizen in natuurgebieden en de prairies te bekijken in Noord Amerika. Ik herinner me een gesprek met Gert Tabak waarbij ik aangaf dat we veel meer met de natuur samen moeten gaan werken. Ik ontdekte de vele voordelen van prairieplanten: ze wortelen diep, kunnen tegen een stootje, hebben geen mest of water nodig, kunnen een plantengemeenschap met elkaar vormen en er ook nog mooi uitzien. Ze zijn sterk en robuust, bloeien op verschillende tijden in het jaar zodat insecten ook later in het seizoen nog van hun nectar kunnen genieten…Niet voor niets is de Prairietuin in 2009 aangelegd met veelal prairiegrassen en prairieplanten. Europese  grassen en vaste planten en bollen zijn gebruikt omdat die al veel groen en kleur kunnen brengen in het voorjaar. Hiermee vullen ze de prairieplanten aan omdat die later in het seizoen op gang komen. 

En nu: de natuur leeft! Ik geniet van de vele uitspraken waarin aangegeven wordt de natuur meer zijn werk te laten doen. Ook heb ik de laatste jaren ‘wilde’ planten vanuit mijn omgeving toegelaten in de tuin omdat ik vond dat ze prima een aanvulling kunnen zijn en bijvoorbeeld een functie als bodembedekker kunnen vervullen op sommige plekken. Zoals bijvoorbeeld de Prunella (oorspronkelijk afkomstig uit Midden Europa) achterin de tuin. Of longkruid, toch een geweldige plant qua kleur en bodembedekking. Verder heb ik kleine veldkers, vogelwikke en glazige geranium in mijn tuin ‘gekregen’. We noemden ze onkruiden in het begin dat ik mijn tuin openstelde en die moesten er toch vooral uit. Maar waarom eigenlijk? Wie doen ze kwaad? Ze verdringen niet de andere planten (daar zijn de meeste niet sterk genoeg voor ook omdat prairieplanten robuust en sterk zijn) en ze hebben ook een specifieke ecologische meerwaarde. Soms dragen ze bij aan groenbemesting in de tuin. En sommige vlinders halen nu eenmaal hun nectar bij sommige specifieke inheemse soorten. En ook mos mag in de prairietuin blijven. Mos blijkt namelijk CO2, stikstof en fijnstof te slurpen volgens wetenschappers. Dat is gewoon goed nieuws. 

Hele vakanties werden besteed aan rondreizen in natuurgebieden en de prairies te bekijken in Noord Amerika. Ik herinner me een gesprek met Gert Tabak waarbij ik aangaf dat we veel meer met de natuur samen moeten gaan werken. Ik ontdekte de vele voordelen van prairieplanten: ze wortelen diep, kunnen tegen een stootje, hebben geen mest of water nodig, kunnen een plantengemeenschap met elkaar vormen en er ook nog mooi uitzien. Ze zijn sterk en robuust, bloeien op verschillende tijden in het jaar zodat insecten ook later in het seizoen nog van hun nectar kunnen genieten…Niet voor niets is de Prairietuin in 2009 aangelegd met veelal prairiegrassen en prairieplanten. Europese  grassen en vaste planten en bollen zijn gebruikt omdat die al veel groen en kleur kunnen brengen in het voorjaar. Hiermee vullen ze de prairieplanten aan omdat die later in het seizoen op gang komen. 

En nu: de natuur leeft! Ik geniet van de vele uitspraken waarin aangegeven wordt de natuur meer zijn werk te laten doen. Ook heb ik de laatste jaren ‘wilde’ planten vanuit mijn omgeving toegelaten in de tuin omdat ik vond dat ze prima een aanvulling kunnen zijn en bijvoorbeeld een functie als bodembedekker kunnen vervullen op sommige plekken. Zoals bijvoorbeeld de Prunella (oorspronkelijk afkomstig uit Midden Europa) achterin de tuin. Of longkruid, toch een geweldige plant qua kleur en bodembedekking. Verder heb ik kleine veldkers, vogelwikke en glazige geranium in mijn tuin ‘gekregen’. We noemden ze onkruiden in het begin dat ik mijn tuin openstelde en die moesten er toch vooral uit. Maar waarom eigenlijk? Wie doen ze kwaad? Ze verdringen niet de andere planten (daar zijn de meeste niet sterk genoeg voor ook omdat prairieplanten robuust en sterk zijn) en ze hebben ook een specifieke ecologische meerwaarde. Soms dragen ze bij aan groenbemesting in de tuin. En sommige vlinders halen nu eenmaal hun nectar bij sommige specifieke inheemse soorten. En ook mos mag in de prairietuin blijven. Mos blijkt namelijk CO2, stikstof en fijnstof te slurpen volgens wetenschappers. Dat is gewoon goed nieuws. 

Ook de inrichting om het pand heen komt er geweldig uit te zien met o.a. vele inheemse bomen en struiken, een voedselbos, wilde plantenweides, vele keukenkruiden en dus een prairietuin. Het algehele ontwerp is gemaakt door Jan de Vries (www.desaak.nl). Jan is naast vormgever ook ontwerper van permacultuurprojecten en om die reden ook betrokken bij de Nije Leije. De prairietuin waar ik het beplantingsplan voor mocht maken en de planten voor heb uitgezet is gelijk bij de ingang te zien. Het begint met grote groepen grassen en tegen het pand aan meer verschillende thema’s van prairieplanten en grassen. De duurzame ondernemers kunnen – als ze willen – buiten op het terras tussen de planten hun pauzes doorbrengen. Ook is de noordkant van het pand vele planten en grassen rijker. Vrijdag 17 maart hebben 15 vrijwilligers alle planten in de grond gezet. Toch een hele klus. Met veel plezier kijk ik terug op deze dag. Mijn stappen teller ook (negentien kilometer!)

Deze prairietuin met vele grassen gaat straks het aanzicht bepalen van het bedrijfsgebouw van Stichting de Nije Leije. Maar wist u dat permacultuur en prairietuinen veel met elkaar gemeen hebben? Volgens Wikipedia is permacultuur een agrarische methode waarbij naar voorbeeld van natuurlijke ecosystemen en oude/traditionele tuinbouwmethoden en op basis van met name symbiose, ethiek en ecologie een menselijke leefomgeving wordt gecreëerd die ecologisch duurzaam is en economisch stabiel.  Net als bij een prairietuin wordt een tuin gemaakt met natuurlijke principes. Een permacultuursysteem wordt zo ontworpen dat het de veerkracht heeft van een natuurlijk ecosysteem. Heel herkenbaar voor mij omdat het bij een prairietuin ook altijd gaat om het geheel van planten met hun verschillende functies en niet om de individuele planten. Een permacultuursysteem kan verschillende functies hebben voor de mens. De belangrijkste functies zijn voedselvoorziening, schoon water en het vormen van een plezierige omgeving. Gebruikt permacultuur vaak inheemse soorten, in een prairietuin worden vaak soorten gebruikt uit de prairie maar beiden willen graag een ecosysteem vormen waarbij het systeem gaat werken. Bij een prairietuin wil ik meer ontwerpen met planten en grassen en voor beide systemen zou ik er nog een functie aan toe willen voegen namelijk die van een schone, gezonde bodem.

Al met al een prachtig initiatief in Oude Leije waar iedereen wordt uitgenodigd die op een duurzame manier bezig wil zijn. Het is fijn om te zien dat om het gebouw heen permacultuur in de vorm van een voedselbos en een prairietuin samen elkaar aanvullen en versterken. Ik zal het blijven volgen, u ook? Op facebook zal ik foto’s gaan plaatsen in de zomer om de beplanting van alle kanten te kunnen laten zien.

‘Maai Mei niet’ actie

Dit jaar doen we ook mee met de ‘Maai Mei niet’ actie (www.maaimeinietnederland.nl). Het is een landelijke actie met als doel: het bevorderen van de biodiversiteit in Nederlandse tuinen door een ander, milder maaibeleid. In onze privé tuin hebben we een patroontje in het gazon gemaakt dichtbij de appel- en perenboom. Eerlijk gezegd hebben we al jaren het fluitenkruid laten staan langs onze houtsingel. In de houtsingel groeien inheemse bomen zoals hazelaar, meidoorn en vlier en ik vond het fluitenkruid met wat bollen en bosgrasjes eronder er prima bij passen. Soms zaait het fluitenkruid zich uit in de tuin wat er prachtig uitziet. Planten uit onze oude kijktuin gaan hier een samenwerking aan met aanwaaiende veelal inheemse planten. Zeker bij de twee grote bomen gaf me dat een heel natuurlijk gevoel. Het enige wat we doen is er omheen maaien zodat we er tussen en omheen kunnen lopen en heerlijk in de zomer onder de perenboom kunnen zitten. Nu al zie ik  pinksterbloemen, paarse dovenetel, herderstasje, weegbree, zuring, longkruid, hondsdraf en paarse dovennetel komen en ook hebben we er voor gekozen om hier de paardenbloem te laten staan, bij uitstek een plant waar bijen, vlinders en hommels al vroeg gek op zijn. Bovendien zorgen ze voor goede beluchting van de bodem en afwatering doordat ze met hun penwortels gangen maken. Als de wortel afsterft maakt de pendelaar (een regenworm) gebruik van deze gangen en we weten inmiddels dat regenwormen erg belangrijk zijn in een gezonde bodem. In de prairietuin komen ook paardenbloemen aanwaaien maar daar hou ik ze nog wat in toom. Zo ook de bramen die de laatste jaren al veelvuldiger voorkomen in mijn prairietuin. We zitten in een landbouwgebied en ik weet dat onze buurboeren hun bramen altijd keurig van het land en in de aangrenzende sloot weghalen.Maar: door extra stikstof in de diepere waterlagen door kunstmest en dierlijke mest krijgen sterke groeiers zoals bramen, distels, netels en allerlei grassen meer kans om te groeien. Omdat deze planten zeer competitief zijn en andere planten kunnen verdringen probeer ik deze planten toch zoveel mogelijk in toom te houden.

Over het algemeen voel ik wel voor samenwerking van verschillende soorten gecultiveerde en wilde planten. Gecultiveerde planten veelal oorspronkelijk uit Noord Amerika die nog erg op hun voorouders lijken kunnen erg goed met sommige van ‘onze’ inheemse soorten. Al jaren heb ik bijvoorbeeld de echte koekoeksbloem in de tuin staan (Silene flos-cuculi). Deze mag zich uitzaaien en dat doet ie dan ook. Zowel qua beeld, vorm én functie kunnen inheemse planten een erg goede aanvulling zijn. Ik hou van de veelzijdigheid en volume aan planten ook omdat je dan veel ziektes buiten de deur kunt houden. Maar toch wil ik wel graag ontwerpen met planten en zie onze inheemse planten maar ook de kruiden die we vroeger wellicht onkruid noemden veelal als kleine toevoeging en aanvulling op de planten die ik kan gebruiken om een mooie en langlevende plantengemeenschap mee te kunnen maken.

Wees welkom op donderdag, vrijdag en zaterdag tot 1 oktober. We zijn gesloten op 26 en 27 mei tot en met de Pinksterdagen. Vanaf 1 juni: entree voor de prairietuin: 3,50 per persoon.